Na de Honderdjarige Oorlog heerste er grote armoede in en rondom Beaune. Om het leed van de lokale bevolking te verzachten stichtten kanselier Nicolas Rolin en zijn vrouw een hospitium. Het Hôtel-Dieu wordt beschouwd als een van de pronkstukken van de Vlaams-Bourgondische bouwstijl. De grote armenzaal is een imposant vertrek van 50 meter lang, 14 meter breed en 15 meter hoog overdekt door het houten beschilderde gewelf van het dak in de vorm van een scheepsromp. Aan de buitenkant trekken vooral de geometrische veelkleurige dakpannen de aandacht.