Na de Eerste Wereldoorlog werd op de grens met Duitsland en Luxemburg een verdedigingslinie gebouwd om Frankrijk te beschermen tegen een verrassingsaanval. De vele forten en kazematten, grotendeels nog volledig in tact, zijn voor het publiek toegankelijk. Een ondergronds stelsel van kilometerslange gangen vormde een soort ondergrondse stad die plaats bood aan duizenden soldaten.